De aarde is een machtig levend wezen met een eigen bewustzijn binnen de ruimten van het Universum. Wat op en met de aarde gebeurt, wordt bepaald door haar plaats binnen het grote kosmische uurwerk. Omdat dit uurwerk constant in beweging is, veranderen de invloeden waaraan de aardeplaneet is blootgesteld van seconde tot seconde.
De aarde maakt verschillende bewegingen in de ruimte. In vierentwintig uur draait zij eenmaal om haar lengte-as. Verder maakt zij een schommelende beweging en in een jaar loopt zij eenmaal rond de zon. De zon zelf beweegt zich binnen de dierenriem en de dierenriem weer in de Melkweg. De Melkweg wentelt in het universum. De bewegingen van de aarde veroorzaken dag en nacht en de beweging van de zon tussen de beide keerkringen zorgt voor de seizoenen. Tijdens een omloop door de twaalf tekens van de zodiak — een sterrenjaar — komen onder meer bepaalde aspecten van de mens tot ontwikkeling. De wisselende invloeden van de zodiakale tekens en die van grotere stralingsvelden buiten de zodiak veroorzaken fundamentele wijzigingen in het aardse bestel.
In de astrologie gaat men ervan uit dat er omstreeks 9.000 voor Christus een keerpunt was. Naast het biologisch bewustzijn ontwikkelde zich van toen af een innerlijk leven dat echter nog van buitenaf werd bestuurd. Het doel van de mens werd steeds nader gebracht en geactiveerd in de etherische en astrale gebieden van de aarde en de mens. Mensen die dit verheven doel konden waarnemen, als gevolg van een herinnering aan hun oorspronkelijke levensstaat, vormden een priesterschap die de medemens bewust moest maken van zijn doel op aarde. Naast de oude natuurreligies openbaarden zich nu stromingen van universele wijsheid, of vermengingen van beide. Er kwam een scheiding tussen de Mysteriën (bestemd voor de ingewijde priesters) en de uiterlijke rituelen en ceremoniën (bestemd voor het volk).
Met het binnengaan in het sterrenbeeld Ram begon de periode die wel wordt aangeduid als het Arische tijdvak. Die tijdsspanne omvat ook de tekens Vissen en Waterman. Er zijn dus eigenlijk drie fasen: een nieuwe impuls, de openbaring van de krachtlijnstructuur en de invulling daarvan. Dat wil zeggen: de oogst. De mens wordt zich gedurende die periode geleidelijk aan bewust dat hogere machten zijn leven bepalen. Religieuze beleving stond in die periode in het licht van beloning en vergelding, zoals bijvoorbeeld verwoord in het Oude Testament. De mens ervoer zijn geestelijk beleven over het al gemeen nog ver buiten en boven zich. De grote wereldgodsdiensten kwamen tot ontwikkeling.
GODDELIJK PRINCIPE MOET WORDEN HERBOREN
In de mens ontstond ook het besef dat er een oerbron moest zijn waaruit al het leven en beweeg voortkomt. Toen nu het tijdperk van de Ram geleidelijk overging in dat van de Vissen, werd die nieuwe impuls met het hart van de wereld en met het hart van de mens verbonden: de Christuskracht werd in de wereld geboren. Dat wil zeggen dat de universele Christuskracht toen met de mens, en in eerste instantie met een mens, werd verbonden. In het Johannes-evangelie staat geschreven: ≪ In het Woord was het leven, en in het leven was het Licht der mensen, en het Licht scheen in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen ≫ .
De Christuskracht manifesteerde zich niet als een nieuwe autoriteit van buitenaf, maar wees de mens op het Godsrijk dat binnen in hem is. Nader dan handen en voeten. De goddelijke wet die in het hart van de mens geschreven staat. Dat is het overblijfsel van de oorspronkelijke mens, het geestelijke concept van het allereerste uur dat in de mens nog volledig intact aanwezig is. Dat principe nu moet worden herboren, het moet zich weer openbaren naar ziel en geest. Het teken Vissen heeft ook betrekking op ontvankelijkheid en op het vermogen tot openbaring. Dit teken bevordert de neiging tot onthechting, tot onzelfzuchtigheid, verbeeldingskracht en een hang naar het verborgene. Maar ook het streven naar een hoog en edel doel. Daarnaast uit het zich in wisselvalligheid en onbestendigheid. De beide vissen in het teken verbeelden de twee bewegingen in de mens die het gevolg zijn van de Christus-aanraking: een innerlijke en een uiterlijke, een directe en een indirecte. Rond het begin van de christelijke jaartelling leefden er reeds mensen die voldoende ervaringen uit de voorgaande perioden in zich meedroegen om dit nieuwe principe te kunnen ontvangen. Zij herkenden het, reageerden erop en kwamen door innerlijke waarneming tot innerlijk aanschouwen. Zij bevonden zich in de stromen van goddelijke wijsheid en kracht die wel worden aangeduid als Gnosis. Maar een groot deel van de aardebewoners in die dagen had dat punt nog niet bereikt en moest nog volgens de oude methoden worden geleid.
LEVEN UITDRUKKING VAN EGOCENTRISCHE GERICHTHEID
Zo waren er enerzijds mensen die de goddelijke Liefde als leidraad in hun eigen wezen volgden en vrijmaakten. Anderzijds waren er mensen die nog vasthielden aan het oude. Die eigenlijk nog niet voldoende ervaring hadden verzameld om hun eigenbelang te kunnen prijsgeven. Hun leven was nog een uitdrukking van egocentrische gerichtheid, zelfbescherming en zelfhandhaving. Hun ‘liefde’ bleef nog beperkt tot gezin, familie, werk, land en geloof. Zij werden gedreven door het recht van de sterkste. Deze mensen nu ontvingen een nieuwe impuls waardoor zij gaandeweg met de nieuwe mogelijkheden werden verbonden.
Zo vulden de uiterlijke en de innerlijke ontwikkeling van de mens elkaar aan. De meest bezielde, vernieuwende denkers in de afgelopen twintig eeuwen hebben de essenties van beide ontwikkelingen steeds uitgedragen. Zo legden zij een basis voor de ontwikkeling van kwaliteiten die in de derde periode van het Arische Tijdvak, Aquarius, moet plaatsvinden. De voor ons liggende periode brengt ontstoffelijking. Dat wil niet zeggen dat de wereld om ons heen plotseling transparant zou worden. Het gaat in de eerste plaats om de openbaring van een nieuwe etherische werkzaamheid in de atmosfeer. Om een verschuiving van vibraties, om nieuwe trillingsgetallen waardoor nieuwe energie vrijkomt die doorwerkt tot in elk atoom. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor alle levensvormen op aarde en in het zonnestelsel. Levensprocessen worden versneld, accenten worden verplaatst, uitkomsten van handelingen worden sneller zichtbaar, verkeerde voorstellingen van zaken hebben een minder lange levensduur. Wat oud en vertrouwd is, wordt tot verandering en vernieuwing gestuwd, raakt daardoor in een stroomversnelling. En dat is nog maar het begin van de grote kosmische omwenteling die zich reeds heeft ingezet.
VERVUILING VAN ETHERISCHE EN ASTRALE GEBIEDEN
Bovendien gaat de mens meer en meer zien en ervaren dat de disharmonie die in de zichtbare wereld heerst, stamt uit de voor velen nu nog onzichtbare gebieden. Dat bepaalde lichamelijke gebreken of ziekten bevorderd kunnen worden of zelfs veroorzaakt kunnen worden door psychische oorzaken of door karakter is in de wetenschap een geaccepteerd feit. De tijd is echter gekomen dat de mens moet leren inzien hoe die zelfde oorzaken de disharmonie rondom hem veroorzaken, voeden en in stand houden. Angst, onbegrip, agressie, en als gevolg daarvan fanatisme, oorlog en racisme ontstaan in het denken, gevoelen en handelen van de mens. De vervuiling van de etherische en astrale gebieden is daardoor wellicht nog veel groter dan die van ons stoffelijke levensveld. Aquarius is een teken van grote beweeglijkheid. De huidige atmosfeer wordt aangetast en gereinigd. En de mens die uit die atmosfeer leeft, moet volgen. Hij wordt — vaak tegen wil en dank — in een reinigingsproces opgenomen en tegelijkertijd voor de vrucht van zijn ervaringen geplaatst. Wie werkelijk worstelt om de universele Waarheid te vinden, ontdekt dat zijn bewustzijn hem daarbij behoorlijk in de weg kan staan. Zijn bewustzijn is immers de som van al zijn aardse belevenissen — dus volledig gebonden aan de aarde en niet ingesteld op werkelijke en fundamentele levensvernieuwing. Het tracht hem steeds weer terug te voeren naar zijn egocentrische levensstaat die bij het voorbijgaande Vissentijdperk hoort. Zal hij nu ook zien dat hij zijn egocentrische gerichtheid zal moeten opgeven om de disharmonie in en om hem heen op te heffen? Zal hij zich, door het vernieuwende beginsel in zijn hart gedreven, losmaken van al die invloeden die zijn leven bepalen? Zal hij zich gaan wijden aan de nieuwe, innerlijke levenswet? Vol vreugde zal hij zich dan kunnen realiseren dat de natuurwetten en goddelijke wetten de mens drijven naar vervulling van het Godsplan. Alleen de op de materie gerichte mens schept wetten die daar tegenin gaan.
Dit artikel is afkomstig uit Pentagram Jaargang: 2001 nummer: 1