‘Het goede leven’ volgens
Guatemala’s meest
verrassende politicus: eerlijk
en duurzaam
Twee keer ging ze op voor het presidentschap,
als meest verrassende politica van Guatemala.
De inheemse Thelma Cabrera vecht voor
‘het goede leven’,
met ideeën die naadloos aansluiten bij
de internationale klimaatbeweging.
‘Moeder Aarde kan zonder ons. Wij niet zonder haar.’
Door Joost de Vries
Fotografie Daniele Volpe
9 januari 2024, 05:00
Thelma Cabrera slaat haar kleine lichaam om een grote mangoboom. Het is een liefdevolle groet tussen oude bekenden. Als meisje van 15 liep ze langs deze boom op weg naar de koffieplantage waar ze met haar moeder en haar zus werkte. Ze weet nog hoe ze op goede dagen de rijpe mango’s zo van de grond kon rapen.
Thelma Cabrera omhelst in El Asintal de mangoboom waarvan ze als tiener al de vruchten kon oprapen.
Cabrera (53), vandaag in teenslippers, kleurrijke geruite rok en bloemetjestop, is Guatemala’s meest verrassende politicus. De Mayavrouw, behorend tot het Mam-volk, ging namens de socialistisch-inheemse Beweging voor de Bevrijding van de Volkeren (MLP) de afgelopen jaren twee keer op voor het presidentschap. De eerste keer haalde ze bijna een half miljoen stemmen, net niet genoeg voor een plek in de beslissende tweede ronde.
Dit jaar zag de zittende rechtse regering haar als een dusdanige bedreiging dat het electoraal hof haar nog voor de eerste ronde weerde uit de verkiezingsrace. Tijdens twee stembusgangen, een eerste in juni en een beslissende in augustus, stond haar inheemse beweging opnieuw langs de zijlijn terwijl stedelijke ‘witte’ kandidaten wedijverden om het presidentschap.
Thelma Cabrera (midden) tijdens een campagnebijeenkomst van haar partij MLP in Guatemala-Stad, juni 2023.
Foto Esteban Biba / EPA
Presidentskandidaat Cabrera op campagne in de stad Mixco, die grenst aan Guatemala-Stad, april 2023.
Foto Johan ORDONEZ / AFP
Cabrera weet het zeker, Guatemala was er klaar voor: ‘We hadden kunnen winnen.’ Maar de gevestigde orde gunde de donkere Mam-vrouw de kans niet.
Haar partij MLP, de politieke tak van plattelandsbeweging Codeca (het activistische ‘Comité voor rurale ontwikkeling’) belooft dan ook een radicale verandering. De sociale revolutie waar Guatemala’s inheemse boeren van dromen, verschilt niet alleen compleet van de gemiddelde neoliberale plannen van de meeste urbane politici, maar is ook anders dan het klassieke dogmatische Latijns-Amerikaanse socialisme. Cabrera pleit voor wat zij el buen vivir noemt: het goede leven.
In de toekomst die zij nastreeft, is de natuur niet langer enkel een productiefactor en neemt de dominante kapitalistische mens een stap terug. Kleinschalige, duurzame landbouw is het devies: leven mét de natuur. ‘Moeder Aarde kan zonder ons, wij overleven niet zonder haar.’ Bovendien pleit haar beweging voor een ‘plurinationale staat’ met een grondwet die de oorspronkelijke volkeren erkent naast de ‘ladinos’, de Guatemalteken van gemengde inheemse en Spaanse komaf.
De strijd van de inheemse Guatemalteekse volkeren is vijf eeuwen oud, hij begon met de komst van de Spaanse conquistador Pedro de Alvarado die in 1523 vanuit Mexico met zijn manschappen zuidwaarts trok. Cabrera vecht sinds drie decennia voor een gelijker Guatemala. In de jaren negentig verenigden inheemse boeren en dagloners zich in Codeca in de hoop gezamenlijk landhervormingen te kunnen afdwingen. Zij en haar man zijn leden van het eerste uur. Tegenwoordig telt de beweging 35 duizend actieve leden, zegt ze.
Thelma Cabrera op bezoek bij Horacio Villagran (rechts), boer en lid van de plattelandsbeweging Codeca.
Voordat Cabrera politica werd, was ze een van de meest actieve en zichtbare leiders van Codeca. Maar een eerlijker verdeling van het land kwam nog niet dichterbij. Nog steeds bezitten de grootgrondbezitters het land waarop inheemse mensen werken voor een mager loon. Tegelijkertijd maakte de ideologie van de boerenbeweging een transformatie door. Wat begon als een strijd om landrechten, veranderde in een strijd voor ‘de rechten van de grond’. ‘We vechten voor de lange termijn.’
Over de glooiende heuvels in het zuidwesten van Guatemala, Cabrera’s geboortestreek, hangt een vochtige hitte waarin uitbundige planten haast waarneembaar lijken te groeien. Ze is een moment gaan zitten op de dikke wortels van de mangoboom, op haar gezicht heeft de activistische frons plaatsgemaakt voor een zachte blik. ‘Als we de grond een tijdje rust geven’, zegt ze, ‘kunnen we er voedsel op verbouwen zonder kunstmest.’ Haar zwarte staart raakt het hout onder haar billen.
De plattelandsgemeente El Asintal (ongeveer 43 duizend grotendeels inheemse inwoners) ligt op zo’n 400 meter hoogte aan de voet van het Sierra Madre-gebergte dat als een ruggegraat door Midden-Amerika slingert. 50 kilometer zuidwaarts rolt de Stille Oceaan het strand op, 50 kilometer naar het noorden reikt de dode vulkaan Tajumulco tot een hoogte van 4.200 meter.
Mexico is hier dichterbij dan hoofdstad Guatemala-Stad. Voordat de Spanjaarden arriveerden en nieuwe grenzen trokken, heersten Maya-volkeren op het Zuid-Mexicaanse schiereiland en in het hedendaagse Guatemala. Nu vormen de nazaten van de Maya’s de armste helft van de 17 miljoen Guatemalteken.
In de laatste officiële telling uit 2018 kwam 44 procent van de bevolking uit voor zijn inheemse afkomst. Met een toenemend inheems zelfbewustzijn groeit het bevolkingsdeel dat zichzelf als zodanig definieert. Toch is het nog steeds geen populair kamp om bij te horen.
Cabrera ervaart het bij haar eigen kinderen. ‘Ik praat tegen ze in mijn taal. Ze begrijpen me wel, maar ze spreken het niet. Ze schamen zich.’ Het Mam dat zij van haar ouders en grootouders leerde, dooft twee generaties later uit bij haar kleinkinderen.
Aan het eind van de campagne liep de politica op haar tandvlees, vertelt ze. ‘Thelma bevindt zich in een proces van spirituele heling’, reageerde een partijgenoot aanvankelijk op het interviewverzoek van de Volkskrant. Nu de last van de presidentiële kandidatuur van haar schouders is gevallen, heeft ze haar energie hervonden. Politieke analyses en filosofische overdenkingen rollen uit haar mond.
Cabrera blijkt niet alleen het institutioneel-racistische Guatemala een spiegel voor te houden, haar ideeën sluiten naadloos aan bij een groeiende wereldwijde klimaatbeweging. ‘Mijn oma leefde van wat het land haar gaf: kruiden, groenten, soms een wild dier. Ze werd 105 jaar oud’, zegt ze. ‘Nu eten we vlees vol antibiotica. Of we stoppen een kant-en-klaarsoep in de magnetron. Luiheid regeert de mens. En stel je voor, al dat plastic waarin dat junkfood zit verpakt. Hoelang duurt het voordat dat afval verteert?’
Thelma Cabrera thuis in El Asintal. ‘We weten niet meer hoe we ons eigen voedsel moeten verbouwen.’
De moderne mens is losgezongen van de natuur, stelt ze. ‘We vielen voor Coca-Cola en Pepsi, voor industrieel geproduceerd eten. We weten niet meer hoe we ons eigen voedsel moeten verbouwen.’ Ze herinnert zich hoe vroeger ook haar moeder een medicijnkast vol pillen had. ‘Mejoral, aspirina, Panadol Extra Sterk. Voor elke kwaal hadden we een pil.’ Van haar oma leerde ze over kruiden die werkten tegen hoofd- en buikpijn.
Met het buen vivir slaat Codeca de brug naar andere Latijns-Amerikaanse inheemse bewegingen, onder andere in Ecuador en Bolivia, waar het goede leven ook tot de inheemse ideologie behoort. ‘Het goede leven’, zegt Cabrera, ‘is een levensstijl, het is terugkeren naar de wijsheid van onze grootouders.’
Maar de weg naar een eerlijk en duurzaam Guatemala is nog lang. Rondom Cabrera’s gemeente staat de ongelijkheid in het land getekend. De heuvels zijn opgedeeld in grote kavels waarop grootgrondbezitters intensieve gewassen verbouwen: oliepalmen, rubberbomen, koffie, suikerriet. ‘Daaraan hebben we de vervuiling te danken, de bestrijdingsmiddelen, allerlei ziekten, het omleiden van rivieren.’
Schilderij van de MLP, haar politieke partij, thuis bij Cabrera.
Vier decennia geleden werkte de minderjarige Cabrera al op zo’n finca. De meeste inwoners van El Asintal werken nog steeds voor een ‘patron’. Op de plantages verdienen ze omgerekend zo’n 10 euro per dag.
De concentratie van land is enkel toegenomen, blijkt uit een studie van de Guatemalteekse universiteit van San Carlos uit 2018. Eind jaren zeventig was 14 procent van het land rond El Asintal in handen van kleine boeren. Nu is dat nog 5 procent. De rest behoort tot een tiental grote landbouwbedrijven. ‘We weten vaak niet eens meer wie de eigenaren zijn. Het eigendom is ondergebracht in naamloze vennootschappen.’
Niet ver van Cabrera’s mangoboom ligt een lapje grond waarop de 60-jarige boer Horacio Villagran maïs verbouwt. Zijn familie kan er een deel van het jaar van eten, vertelt het Codeca-lid. Hij zou graag de maïs afwisselen met andere gewassen, maar zijn grond is uitgeput door kunstmest. Het veredelde maïszaad van Bayer-Monsanto dat Villagran gebruikt, is weliswaar beter bestand tegen plagen, maar heeft chemische hulp nodig om te groeien. ‘Natuurlijke mest werkt niet.’
Horacio Villagran verbouwt maïs op een lapje grond.
Hij zou graag de maïs afwisselen met andere gewassen, maar zijn grond is uitgeput door kunstmest.
De tengere boer was jarenlang dagloner op een oliepalmplantage. ‘Nu niet meer, ze hebben alle sap uit me geperst.’ Met een rollende lach vertelt hij over de loodzware werkomstandigheden op de plantage. ‘We sjouwden als muilezels met grote ladingen op onze schouders. Als je klaagde, stond er altijd wel een ander klaar om je te vervangen.’ In Guatemala bestaan twee economieën, schampert hij. ‘Die van de rijken draait op de armen.’
Aan het hek van zijn huis hangt een protestbord: ‘1821-2021: twee eeuwen diefstal, armoede, vervolging en moord.’ De onafhankelijkheid van de Spanjaarden bracht geen beter leven voor de oorspronkelijke Guatemalteken. Dezelfde koloniale klassenmaatschappij waarin de inheemse boeren met hun eigen taal onderaan stonden, hield simpelweg stand.
De moderne Maya-volkeren beleefden hun donkerste jaren tijdens de burgeroorlog (1960-1996) tussen de staat en marxistische rebellengroepen. Het leger en gelieerde moordcommando’s slachtten complete dorpen af. Naar schatting werden 160 duizend inheemse Guatemalteken vermoord.
De inheemse activisten van Codeca die zich verzetten tegen milieuvervuiling, uitbuiting en hoge energieprijzen weten dat zij hun leven in Guatemala nog steeds niet zeker zijn. Terwijl opeenvolgende conservatieve (en corrupte) regeringen het afgelopen decennium critici, journalisten en juristen vervolgden, werden tientallen leden van Codeca vermoord.
Bijeenkomst van de plattelandsbeweging Codeca, waar de MLP uit is voortgekomen.
‘Sinds 2018 zijn 27 compañeros gedood’, zegt Cabrera. Zij ziet een ‘corrupt pact’ tussen politici, vervuilende bedrijven en drugscriminelen. Mensenrechten-ngo Human Rights Watch concludeert: ‘De autoriteiten hebben, vaak in samenwerking met zakenmensen, de rechtsstaat ondermijnd.’ Meerdere regeringen schilderden Codeca af als een club van delinquenten. Als autoriteiten de moorden al onderzochten, dan enkel als lokale incidenten, niet als een structurele campagne van onderdrukking.
Vandaar dat ook rond Cabrera’s woning bewakingscamera’s hangen. De glimmende apparaten contrasteren met de eenvoud van haar betonnen huis; een keuken met houtvuur op de binnenplaats, een wc-pot achter een gordijn. Aan de gevel prijken de souvenirs van een politiek leven dat tot ver buiten El Asintal reikt: vergelende verkiezingsposters (‘Thelma Cabrera presidenta’), kleurrijke giften van bevriende inheemse volkeren, magneten van Cusco tot Kopenhagen, Rome en Jakarta.
Verkiezingsmateriaal thuis bij Thelma Cabrera.
Haar ogen glinsteren bij de herinnering aan al die opgedane ervaringen. Maar als ze eerlijk is, hoeft ze niet zo nodig nog een keer in 2027. Ze heeft haar eigen stukje grond verwaarloosd tijdens de campagne. Bovendien ziet ze jonge leiders opstaan in Codeca. Al was ze er de afgelopen twee verkiezingen ook niet zelf naar op zoek. ‘De functie interesseert me niet. De beweging vroeg me om kandidaat te worden.’
‘Misschien’, zegt ze uiteindelijk. Misschien doet ze het toch. Als de inheemse volkeren opnieuw een beroep op haar doen.
Over de auteur
Joost de Vries is correspondent Latijns-Amerika voor de Volkskrant. Hij woont in Mexico-Stad. De Vries werkte eerder op de economische en politieke redactie.
Uit de Volkskrant van 9 januari 2024