TemplateAfbeelding

Artikelindex

 De vermeerdering

De Vermeerdering

Alle fabels vertellen ons dat de salamander uit het
vuur geboren wordt,
waarin hij zijn voedsel vindt en zijn leven heeft;
dit is hem gegeven door de natuur.


Hij woont echter in een diepe berg,
waarvoor talrijke vuren branden,
waarin de salamander zich wast.


Het eerste vuur is kleiner dan het tweede,
het derde is het grootste, het vierde is het hevigste.


De salamander doorloopt ze allemaal, en in hen wordt
hij gezuiverd.
Vandaar spoedt hij zich naar zijn hol.


Tijdens deze tocht wordt hij gevangen en met slagen
overladen, zodat hij sterft en het leven laat wegvloeien
met zijn bloed.
Welnu, in elk geval leidt dit voor hem tot iets goeds:
hij verkrijgt met zijn bloed het eeuwig leven
en kan in geen enkele dood meer ten onder gaan.

Zijn bloed is het kostbaarste medicijn op aarde.
Men vindt er geen die het evenaart, want zijn bloed
drijft elke ziekte uit – uit alle metalen, en uit de
lichamen van dieren en mensen.

De wijzen hebben er hun wetenschap
uit geput, en hebben daardoor de
hemelse gift bekomen
die men de Steen der Wijzen noemt,
waaraan de krachten van de hele
wereld onderworpen zijn.


De wijzen geven ons dit uit zuivere
welwillendheid,
opdat we ons hen voortdurend zouden
herinneren.


De intensiteit van het vuur werkt in op elke vezel, elk atoom, elk niveau van het lichaam. Het lichaam wordt ‘hernieuwd’, herschapen 

De hevige intensiteit van het vuur en zijn allesdoordringende kracht op alle niveaus en doorheen alle ‘voertuigen’ zien we afgebeeld op de volgende voorstelling: een alchemist roostert een salamander in een open vuur. In de tekst wordt beschreven dat de salamander meerdere vuren doorloopt van verschillende aard en intensiteit. Op het hoogste punt gekomen wordt hij doodgeslagen, in de alchemie het symbool voor het fixeren of het neerslaan van Mercurius in het Kwikzilver. De intensiteit van het vuur werkt in op elke vezel, elk atoom, elk niveau van het lichaam. Het lichaam wordt ‘hernieuwd’, herschapen, of zoals men het in het Rozenkruis zegt: getransfigureerd. Het enige waar men het mee zou kunnen vergelijken is met wat men in het oosten de kundalini noemt: het opstijgen van de energie uit de basischakra onderaan de ruggengraat, in de vorm van twee slangen die zich omhoog slingeren en elkaar kruisen bij elk van de grote psychische centra van het sympathische stelsel, om te eindigen in het centrum boven het hoofd.
Vanaf nu zijn op de afbeeldingen enkel nog menselijke figuren te zien, geen dieren meer. Een jonge koning, de ‘Filius Philosophorum’, is geflankeerd door de oude Koning van het Woud en door een gevleugelde ‘Mercurius Senex’. De oude Mercurius wil de jonge Hermes meenemen naar de ‘hoogste berg’ voor een ultieme initiatie. De Oude Koning die
‘van ganser harte’ houdt van zijn zoon wil hem niet laten gaan: “Want zonder u sterf ik”. De Zoon maakt zich los van de Vader, de Heer van de Wouden’, die nu opnieuw een passieve rol speelt, en kiest ervoor om de leidsman te volgen.