Analyse
De roep klinkt steeds luider:
Maak van bedreigde natuur als rivieren en bossen een rechtspersoon, want pas dan kan zij goed vertegenwoordigd worden in procedures. Dat bepleiten steeds meer experts – en hier en daar gebeurt het al. Hoe werkt dat?
Jean-Pierre Geelen 16 april 2021, 10:36
Bewoners van de Veluwe beklaagden zich in een krant over de toegenomen drukte door corona. ‘De Veluwe is van ons’, zeiden zij. ‘Onzin natuurlijk’, dacht Jan van de Venis, expert milieu en mensenrechten, meteen. ‘De Veluwe is van zichzelf.’
Het bericht illustreert volgens hem de gangbare manier van denken over natuur: altijd is die eigendom van de mens, alsof de natuur geen eigen rechten heeft. Die heeft ze formeel ook niet, en dat is precies wat volgens de jurist moet veranderen. Geef de natuur rechten, en maak er in de wet een nieuw soort rechtspersoon voor, bepleit hij.
Vorig jaar opperde hij een ‘Natuurschap’ voor de Waddenzee, om het gebied zo beter te kunnen beschermen. Sindsdien is veel gebeurd, zegt Van de Venis. Weliswaar werd van minister Cora van Nieuwenhuizen niets meer vernomen nadat ze had beloofd het voorstel te onderzoeken, maar dat is slechts tekenend voor de weerstand tegen ideeën waarin de heersende klasse iets moet afstaan wat ze lange tijd had. ‘Het idee van rechten voor de natuur lééft’, zegt Van de Venis. ‘Ik word bijna wekelijks gevraagd voor lezingen of gastcolleges op dit vlak.’
Het punt: steeds wordt natuur bedreigd, of het nu door de uitbreiding van een vliegveld is of de verbreding van een snelweg waardoor massaal bomen moeten worden gekapt en steeds trekt de natuur bij afwegingen in procedures aan het kortste eind. Omdat die niet vertegenwoordigd wordt. Ja, soms door beschermingsorganisaties, maar niet door of namens ‘zichzelf’.
Voogden namens de natuur
Zijn idee: creëer in het burgerlijk wetboek de basis hiervoor via een rechtspersoonlijkheid. Vertegenwoordigers zouden dan als een soort voogden namens de natuur moeten optreden, alleen gedacht vanuit het belang van de natuur. Van de Venis: ‘Bij plannen voor de uitbreiding van een vliegveld gaat het nu voornamelijk over de vraag of die voldoet aan een milieueffectrapportage. Dat is veel te beperkt. Als de natuur eigen rechten zou hebben, zou zo’n uitbreiding vaak niet doorgaan.’
Klinkt dit vaag? Zweverig misschien? Concrete voorbeelden bestaan al. Van de Venis wijst onder meer op de herberg het Veerhuis in het Betuwse dorp Varik. Met crowdfunding konden burgers de omliggende grond kopen en werden zij juridisch eigenaar, met als voornaamste doel de grond te behoeden voor verkoop aan projectontwikkelaars of speculanten. Van dergelijke initiatieven ‘van onderop’ heeft Van de Venis grote verwachtingen. ‘Ik zou het liefst een paar proeftuinprojecten zien waarmee we dit langzaam opbouwen. Denk bijvoorbeeld aan de net aangelegde Marker Wadden. Daar woont geen mens, het is puur natuur. Geef die dan ook de bijbehorende rechten. Of de Razende Bol of Rottumeroog, eilanden in het Waddengebied. Die kunnen juridisch gezien makkelijk van zichzelf zijn.’
Internationaal is het thema al jaren actueel. Vooral het initiatief in Nieuw-Zeeland, waar in 2017 de rivier Whanganui een juridische status werd toegekend, geldt als lichtend voorbeeld. Die rivier wordt bij juridische kwesties nu vertegenwoordigd door een orgaan waarin zowel oorspronkelijke Maori’s als overheidsdienaren zitten. Colombia, Bangladesh, Oeganda: allemaal landen waar de natuur erkenning in het recht heeft gekregen.
De roep om dat ook in Nederland (of eigenlijk: de hele westerse cultuur) te doen, klinkt steeds luider onder juristen, wetenschappers en andere deskundigen op het gebied van natuur en recht.
Menselijke geluksfactor
‘Het huidige, uitsluitend antropocentrische rechtssysteem zal uitgebreid moeten worden. Al was het maar vanwege de menselijke geluksfactor’, schrijft Erik Kaptein in zijn deze week verschenen boek Rechtsgelijkheid voor de natuur – Waarom niet-menselijk leven rechten verdient.
De auteur – opgeleid als landschapsarchitect en werkzaam voor adviesbureaus en overheden – is geen activist, benadrukt hij desgevraagd, maar volgens hem is het hoog tijd voor actie. ‘Door het recht op individuele vrijheid uit te breiden en te delen met al het leven op aarde, vergroot de mens zijn geluk’, is zijn kernpunt. ‘Want wat stelt ons bestaansrecht voor, als we het leven zelf geen rechten verlenen?’
Maar hoe dan?
Onder meer door een Grondwetswijziging, betoogt Kaptein in zijn boek. Zo moet de ‘vermeende scheiding’ worden opgeheven tussen rechten van de mens ten aanzien van die van de natuur. Kaptein: ‘Om een rechtvaardiger beheer van de levende natuur af te dwingen, zal ook het bezit van grond en productiemiddelen, dat vrijwel heilig werd verklaard in de Verklaring van de Rechten van de Mens, beperkt moeten worden. Eigendom van de grond geeft niet automatisch recht op, of een vrije beschikking over, het daar van nature aanwezig leven.’
Gevestigde orde
In zijn boek schetst hij vier ‘standen’. De derde stand, die van de boeren, zal volgens hem moeten opkomen voor de rechten van de ‘vierde stand’, de natuur. Ziet hij dat werkelijk gebeuren? Kennen we boeren niet voornamelijk als boze lieden die, vol minachting voor maatregelen die de natuur moeten beschermen tegen hun stikstofuitstoot, met tractoren het Malieveld bestormen? Kaptein: ‘Er zijn er ook veel die met minder varkens genoegen nemen, mits ze daar goed voor betaald worden. Zij zijn net zo goed slachtoffer als wij burgers.’
Maar Kaptein geeft toe: ‘De gevestigde orde is het grootste obstakel in deze denkwijze.’ Neemt niet weg dat de samenleving ‘een nieuw verhaal’ verdient.
Concrete actie speelt zich af rondom de rivier de Maas. Jessica den Outer is als 25-jarige milieujurist betrokken bij het project met de toepasselijke titel Maas in de Wet. Analoog aan het Nieuw-Zeelandse voorbeeld moet dit project de Maas eigen basisrechten geven, zoals het recht op vrij stromen, vrij van verontreiniging. Samen met IVN Natuureducatie heeft Den Outer een traineeship opgezet om dit vraagstuk te onderzoeken.
Den Outer: ‘Het gaat om redelijk basale rechten die moeten worden gewaarborgd. Nu zie je dat maatschappelijke belangen de ecologische vaak overstijgen. Wanneer menselijke voogden de ecologische belangen van de rivier kunnen vertegenwoordigen, komen die belangen op gelijke voet te staan en wordt de natuur als volwaardige stakeholder meegenomen in beslissingen en procedures.’
Zijn de bekende natuurbeschermingsorganisaties dan niet voldoende partij om de natuur te beschermen? Den Outer: ‘Die organisaties hebben natuurlijk het beste voor met de natuur, maar er kunnen altijd nog andere belangen spelen. Dat voorkom je door de natuur zelf rechten te geven en een onafhankelijke vertegenwoordiger aan te stellen.’
Nieuwe manier van denken
Hoe dat precies moet worden vastgelegd, dat is nog de vraag, erkent Den Outer. Maar het gaat om de nieuwe manier van denken. Den Outer: ‘Op sommige vragen weten wij het antwoord ook nog niet precies, maar ooit was het ook ondenkbaar dat vrouwen en slaven rechten zouden krijgen. Dat de natuur geen menselijke stem heeft, is wat mij betreft ook geen argument om de natuur geen rechten toe te kennen. Gemeenten, waterschappen of bv’s hebben ook rechten, dus waarom de natuur niet?’
Dat die manier op een brede interesse mag rekenen, wordt ook duidelijk aan de jonge, maar flitsende carrière van Den Outer: afgestudeerd in 2017 groeide haar expertise snel en werd ze in 2019 door de Verenigde Naties gevraagd als lid van het netwerk Harmony with Nature. Dat is een poel van experts, die jaarlijks rapporteren over initiatieven en ontwikkelingen op het vlak van natuurrechten.
Is dit allemaal luchtfietserij, of snijden de ideeën hout? Kees Bastmeijer, hoogleraar natuurbescherming en waterrecht aan de universiteit van Tilburg, noemt het nieuwe juridische denken over natuur ‘een enorm interessant concept’. Hij ziet een herleving van ideeën die in 1972 al te boek werden gesteld door de Amerikaanse rechtsgeleerde Christopher Stone met zijn Should Trees Have Standing? Stone was ook niet de eerste, want het denken over natuur in termen van ‘persoonlijkheid’ is eeuwenoud en komt voort uit inheemse culturen over de hele wereld.
De westerse wereld daarentegen leerde van filosoof René Descartes dat een dier niet bezield is en eerder als materiaal moest worden gezien – een radicaal andere visie op natuur.
Bastmeijer: ‘Recht is antropocentrisch: de mens staat in het centrum. In het eigendomsrecht bijvoorbeeld is een boom in mijn tuin van mij. De boom zelf is alleen maar object. Als die gekapt moet worden, gaat het over diverse belangen, maar niet die van de boom. Het is heel interessant om daar anders over na te denken.’
Belangenorganisaties
De huidige praktijk van natuurbescherming heeft zwakke kanten, zegt Bastmeijer: ‘De mens weegt steeds af, meestal zijn dat overheden. Milieuorganisaties kunnen in de bres springen, maar die krijgen al snel de vraag te bewijzen dat iets schadelijk is of in strijd met het recht. Een burger staat al snel machteloos, omdat het natuurbelang niet erkend wordt als diens eigen belang. Die beperking is een verzinsel van de wetgever en rechtspraak; dat kan best anders.’
Bij conflicten rond plannen waar de natuur in het spel is, is de grondhouding in de huidige rechtscultuur volgens Bastmeijer meestal die van ‘Ja, tenzij’, en zelden die van ‘Nee, tenzij’. ‘Overheden hebben moeite met ‘nee’ zeggen en de rechter heeft te vaak de neiging om met die overheid mee te denken. Belangenorganisaties moeten dan met bewijs komen dat schade aantoont. Dat kost tijd en geld. Natuurrecht zou die verhouding kunnen omdraaien.’
Aan dat nieuwe denken draagt Bastmeijer zelf bij, onder meer door eigen onderzoek. Ook in zijn onderwijs in Tilburg wil hij studenten prikkelen hierover na te denken, met een serie colleges over Rights of Nature, waarin onder meer de juridische status van de Waddenzee aan bod komt.
Bastmeijer ziet ook wel dat niet morgen alles anders geregeld zal zijn. Maar kansen ziet hij ook, en die zijn concreet: ‘Ik weet niet alles over rechtspersonenrecht, maar ik kan mij voorstellen dat je van natuur een rechtspersoon maakt zoals je ook de rechtspersoon bv kunt oprichten. Een bedrijf is feitelijk niets, maar kan wel aansprakelijk zijn, of failliet gaan. Waarom zou ‘de natuur’ dan geen rechtspersoon met eigen rechten kunnen zijn?’
Bron de Volkskrant 16-04-2021