Toespraak van Indiaans Opperhoofd Seattle
- Details
- Categorie: Gebeurtenissen als voorbodes
- Hits: 5844
Toespraak van Indiaans Opperhoofd Seattle
Het grote opperhoofd in Washington heeft gesproken: hij wenst ons land te kopen.
Het grote opperhoofd heeft ook woorden gesproken van vriendschap en vrede.
Dat is zeer goed van hem omdat hij onze vriendschap niet nodig heeft.
Maar we zullen over uw aanbod beraadslagen, want we weten dat als wij ons land niet verkopen de
blanke man met zijn geweren komt en het in bezit neemt.
Hoe kun je de lucht, de warmte van het land kopen of verkopen?
Dat is voor ons moeilijk te bedenken.
Als wij de prikkeling van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt u het van ons kopen?
Wij zullen hierover op onze tijd een beslissing nemen.
Zoals het opperhoofd Seattle zegt:
Het grote opperhoofd in Washington kan vast op ons rekenen, zoals onze blanke broeders kunnen
rekenen op de terugkeer van de seizoenen.
Mijn woorden zijn als sterren.
Zij verdwijnen niet.
Elk stuk van dit land is heilig voor mijn volk.
Iedere spar, die glanst in de zon, elk zandstand, elke nevel in de donkere bossen, elke open plaats,
elke zoemende bij is heilig in de gedachten en herinnering van mijn volk.
Het sap, dat in de boom opstijgt, draagt de herinnering van de rode man.
Een dode blanke man vergeet het land van zijn geboorte als hij zijn tocht naar de sterren begint.
Onze daden vergeten dit prachtige land nooit: het is de moeder van de rode man.
Wij zijn een deel van de aarde en de aarde is een deel van ons.
De geurende bloemen zijn onze zusters, het rendier, het paard, de grote adelaars, onze broeders.
De schuimkoppen in de rivier, het sap van de weidebloemen, het zweet van de pony en van de man
- het is allemaal van hetzelfde geslacht, ons geslacht.
Als dus het grote opperhoofd in Washington laat zeggen dat hij ons land wil kopen, vraagt hij wel
veel van ons.
Het grote opperhoofd laat zeggen dat hij voor ons een plaats zal reserveren waar wij rustig zullen
kunnen leven.
Hij zal onze vader zijn en wij zullen zijn kinderen zijn.
Maar kan dat wel?
God heeft uw volk lief.
Maar zijn rode kinderen heeft hij verlaten.
Hij zendt machines om de blanke man te helpen bij zijn werk en hij bouwt grote wigwams voor
hem.
Hij maakt uw volk dag na dag sterker.
Weldra zult u het land overspoelen, zoals de rivier na een plotselinge regen zich door de kloof stort.
Maar mijn volk en ik zijn het aflopend getij.
Nee, wij zijn van een ander ras.Onze kinderen spelen niet samen met die van u en onze mannen vertellen andere verhalen.
God begunstigt u en wij, wij zijn tot wezen geworden.
Wij zullen uw aanbod ons land te kopen, dus overwegen.
Maar het zal niet gemakkelijk zijn.
Want dit is ons heilig.
Wij beleven vreugde aan deze bossen.
Ik weet het niet, maar onze wegen zijn anders dan de uwe.
Dit glinsterend water dat stroomt in beken en rivieren is niet zomaar water.
Het is het bloed van onze voorouders.
Als wij het land verkopen moet u bedenken dat het gewijde grond is en u moet uw kinderen leren
dat het heilig is.
En dat elke vage weerspiegeling in het heldere water van het meer spreekt van gebeurtenissen uit
het verleden van mijn volk.
Het murmelend water is de stem van mijn vaders vader.
De rivieren zijn onze broeders, zij lessen onze dorst.
De rivieren dragen onze kano's en voeden onze kinderen.
Als wij ons land verkopen moet u bedenken en aan uw kinderen leren dat de rivieren onze broeders
zijn. En ook úw broeders en dat u voortaan net zo vriendelijk moet zijn voor de rivieren als u voor
uw broeders zou zijn.
De rode man heeft zich altijd teruggetrokken voor de oprukkende blanke, zoals de nevels in heuvels
vlucht voor de zon in de morgen.
Maar de as van onze vaderen is heilig.
Hun graven zijn gewijde grond.
Wij weten dat de blanke man onze manier niet begrijpt.
Voor hem is het ene stuk grond gelijk aan het andere.
Hij is een vreemde, die in de nacht komt en van het land neemt wat hij nodig heeft.
Hij behandelt zijn moeder, de aarde en zijn broeder, de lucht als koopwaar,
die hij kan uitbuiten en weer verkopen als goedkope kralen.
Zijn honger zal de aarde kaal vreten en slechts een woestijn achterlaten.
Ik begrijp het niet.
Onze wegen zijn anders dan de uwe.
Het zien van uw steden doet pijn aan de ogen van de rode man.
Maar misschien komt het omdat de rode man maar een wilde is die niets kan begrijpen.
Er is geen plaats om uit te rusten in de steden van de blanke man.
Geen plaats waar je het openspringen van de knoppen in het voorjaar kunt horen of het geruis van
de vliegende vogels.
Maar misschien komt het omdat ik een wilde ben en dom.
Het lawaai schijnt alleen maar bestemd om de oren pijn te doen.
En wat heeft het leven voor zin als een man niet meer de eenzame kreet van de nachtuil kan horen
of het praten van de kikkers rond het meer in de avond?Ik ben maar een oude man en dom.
De indiaan houdt van het zachte ruisen van de wind over het water, en de geur van de wind,
gezuiverd door de middagregen of meedragend de geur van pijnbomen.
De lucht is kostbaar voor de rode man, want alles deelt dezelfde lucht.
De dieren, de bomen, de mensen, alles heeft deel aan dezelfde lucht.
De blanke heeft geen aandacht voor de lucht die hij inademt. Als een man die al vele dagen
stervende is, zo is hij gevoelloos voor kwade dampen.
Maar als wij u ons land verkopen, dan moet u bedenken dat de lucht voor ons waardevol is, dat de
lucht zijn adem meedeelt aan al het leven dat hen in stand houdt. De wind, die mijn grootvader zijn
eerste ademtocht gaf, neemt ook zijn laatste zucht in ontvangst. En de wind moet ook onze kinderen
de levensgeest geven.
En als wij u ons land verkopen, moet u het wel afgezonderd houden, gewijde grond waar ook de
blanke man kan komen om de wind te proeven met de geur van weidebloemen.
Wij zullen dus uw aanbod ons land te kopen in overweging nemen. Als wij besluiten het aanbod aan
te nemen wil ik éen voorwaarde stellen: de blanke man moet de dieren van dit land beschouwen als
zijn broeders.
Ik ben maar een wilde en ik begrijp het niet. Ik zag duizenden rottende buffels op de prairie,
achtergelaten door de blanke man die ze neerschoot vanuit een rijdende trein.
Ik ben maar een wilde, en ik kan niet begrijpen hoe het rokende ijzeren paard belangrijker kan zijn
dan de buffel, die wij alleen maar doden om in leven te blijven.
Wat is de mens zonder dieren? Als alle dieren weg zijn, zal de mens sterven aan een gevoel van
grote eenzaamheid. Want wat er gebeurt met de dieren gebeurt spoedig met de mens. Alle dingen
hangen samen.
Wat er met de aarde gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde.
U moet uw kinderen leren dat de grond onder hun voeten de aarde van onze grootvaders is. Leer ze
eerbied voor de aarde, vertel uw kinderen dat de aarde vervuld is van de levens van onze ouders: dat
de aarde onze moeder is.
Wat er gebeurt met de aarde, gebeurt met de kinderen van de aarde. Als een man op de grond spuwt,
spuwt hij op zichzelf.
Dit weten wij: Alles hangt samen als het bloed dat een familie verbindt. Alles hangt met alles
samen.
Wat er gebeurt met de aarde, gebeurt met de kinderen van de aarde.
De mens heeft het web van het leven niet gewoven. Hij is slechts éen draad ervan. Wat hij met het
web doet doet hij met zichzelf. Nee, dag en nacht kunnen niet samengaan.
Onze doden leven voort in de stille wateren van de aarde. Zij keren terug als de naderende
voetstappen van de komende lengte. Het is hun geest, die als een rimpeling van de wind over het
water van de meren loopt.
Wij zullen overwegen waarom de blanke man het land wil kopen.Wat wil de blanke man dan kopen, zal mijn volk vragen. Het is zo moeilijk te begrijpen voor ons.
Hoe kun je de lucht kopen of verkopen, de warmte van de aarde, de snelheid van de antiloop?
Hoe kunnen wij die dingen aan u verkopen en hoe kunt u dat kopen?
Is de aarde van u om ermee te doen naar goeddunken, alleen omdat de rode man een stuk papier
tekent en het geeft aan de blanke man?
Als wij zelf de prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt
u het dan van kopen? Kunt u een buffel terugkopen, als de laatste al gedood is ?
Maar wij zullen uw aanbod overwegen, want we weten dat als we niet verkopen, de blanke man met
zijn geweren komt en ons het land met geweld ontneemt.
Maar wij zijn slechts primitieven en de blanke man, no nog menend dat hij sterk is, denkt dat hij
een god is, die de gehele aarde bezit.
Hoe kan de mens zijn moeder bezitten?
Maar uw aanbod ons land te kopen, zullen wij overwegen. Dag en nacht kunnen niet samen leven.
Wij zullen uw aanbod overwegen om ons terug te trekken in het reservaat dat u voor mijn volk hebt
bestemd.
Wij zullen dan in afzondering leven, en in vrede.
Het maakt niet veel uit waar wij de rest van onze dagen doorbrengen.
Onze kinderen hebben hun vaders gezien, verslagen in de nederlaag.
Onze krijgers hebben de schande gekend en na de nederlaag zijn hun dagen leeg geworden;
Zij vergiftigen hun lichaam met zoet voedsel en sterke drank.
Het maakt niet veel uit waar wij de rest van onze dagen doorbrengen.
Nog een paar uur, nog een paar winters en geen enkel kind van de grote stammen die eens op de
aarde hebben geleefd of die nu in kleine troepen door de bossen zwerven, zal meer over zijn om te
treuren aan de graven van een volk, eens even machtig als uw volk.
Maar waarom zou ik treuren over de ondergang van mijn volk? Stammen bestaan uit mensen. Meer
niet.
Mensen komen, mensen gaan, als de golven van de zee.
En zelfs de blanke man, wiens god hem als een vriend behandelt, kan niet ontkomen aan ons aller
lot.
Maar misschien zullen we uiteindelijk allemaal broeders zijn. We zullen zien.
Een ding weten we en de blanke man zal het eens ontdekken - onze god en uw god is dezelfde.
U kunt nu wel denken dat u hem bezit, zoals u ons land wil bezitten, maar dat kunt u niet.
Hij is de god van alle mensen en zijn hart klopt evenzeer voor de rode als voor de blanke man.
Deze aarde is hem lief en beschadigen van de aarde, betekent zijn schepper beledigen.
Ook de blanke man zal ten ondergaan, misschien nog eerder dan al de andere stammen.
Bevuil uw legerstee en u zult bezwijken aan uw eigen vuil.
Maar in uw ondergang zult u vurig branden, aangestoken door de macht van de god, die u naar dit
land heeft gebracht en u de heerschappij heeft gegeven over dit land en over de rode man.
Dat noodlottig einde is voor ons een mysterie, want wij begrijpen niet waarom de buffels zijn
afgeslacht, de wilde paarden zijn getemd, waarom de verste hoeken van het woud stinken naar de
lucht van vele mannen en het rijpe koren op de heuvels overdekt is met praatdraden.Waar is het struikgewas? Verdwenen! Waar is de adelaar ? Verdwenen!
Wat betekent het, afscheid te nemen van de snelle pony en de jacht?
Het einde van het leven en het begin van de ondergang.
God gaf u heerschappij over de dieren, de bossen en met een bijzondere bedoeling ook over de rode
man.
Maar dat lot is een mysterie voor de rode man.
Wij zouden misschien kunnen begrijpen als we wisten waar de blanke man van droomt.
Van welke hoop en verwachting hij zijn kinderen vertelt in de lange winteravonden.
Welke visioenen hij graveert in hun harten, zodat zij verlangend uitzien naar de dag van morgen.
Maar wij zijn wilden. De dromen van de blanke man zijn ons verborgen.
En omdat ze verborgen zijn, zullen wij onze eigen weg gaan.
Want boven alles eerbiedigen wij het recht van elke man, te leven zoals hij wil, hoe ook
verschillend van het leven van zijn broeder. Wij hebben weinig gemeen.
Wij overwegen uw aanbod ons land te kopen. Als wij instemmen, zal dat zijn om het reservaat
veilig te stellen dat u ons hebt beloofd. Daar zullen wij misschien onze weinige dagen nog
doorbrengen, zoals wij dat willen.
Als de laatste rode man zal zijn verdwenen van deze aarde, en als de herinnering aan hem nog
slechts een schaduw is van een volk boven de prairie, dan zullen nog deze stranden en deze bossen
bewoond worden door de geesten van mijn volk.
Want zij hebben dit land lief, zoals de nieuwgeborene zijn moeders hartklop lief heeft.
Een dingen weten wij: onze god is dezelfde als de uwe. Deze aarde is hem dierbaar.
En ook de blanke man kan niet ontkomen aan ons aller lot.
Misschien zullen wij tenslotte toch broeders zijn. Eens zullen we het zien.
Historische gegevens
Bij het 'grote opperhoofd in Washington' gaat het om Franklin Pierce die van 1853 tot 1857 president van de V.S. van Amerika was.
De Dwamish waren een kleine stam in de buurt van de stad Seattle (staat Washington) die naar het opperhoofd van de Dwamish en Suquamish genoemd is. Hun eigenlijke verblijfplaats was oorspronkelijk bij het Washington-meer. Ze kregen in 1856 een reservaat aan de oostkant van
Bainbridge-Island toegewezen. Later werden ze 'verplaatst' omdat hier geen visgronden aanwezig waren.
De naam van de Dwamish was indertijd heel bekend. Hun bevolking zou rond 1789 samen met de Suquamish 1200 mensen geteld hebben. In 1856 waren er nog tussen de 64 en 312. Tegenwoordig herinnert alleen een riviertje en een kleine stad met die naam nog aan de Dwamish.
De Franse revolutie
- Details
- Categorie: Gebeurtenissen als voorbodes
- Hits: 3385
De Franse Revolutie was een van de eerste geslaagde opstanden in de geschiedenis die een politieke leiding kenden. Vele eerdere boerenopstanden hadden een spontaan en meer een vaag anarchistisch karakter, waarbij door de opstandelingen wel onvrede werd geuit, maar geen sprake was van een duidelijk politiek programma dat betrekking had op het staatsbestel. Een factor daarbij was de mogelijkheid van verspreiding van pamfletten die voorafgaande aan de revolutie in de 18e eeuw een hoge vlucht had genomen, dankzij de drukpers en het verzet tegen de censuur. Een van de belangrijkste verworvenheden van deze revolutie werd dan ook de vrijheid van drukpers.
Bron Wikipedia
Vrijheid, gelijkheid en broederschap
‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. In latere eeuwen zijn deze drie woorden uitgegroeid tot hét symbool van de Franse Revolutie van 1789. Maar hoewel het motto eind 18de eeuw zijn intrede deed, werd de leus amper gebruikt tijdens de revolutie. Vandaar dat deze week het historische misverstand over de slogan ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ gaat.
De precieze oorsprong van de zin ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ is niet helemaal duidelijk. Mogelijk is de leus bedacht door de Parijse uitgever Antoine-François Momoro (1756-1794), maar de Franse filosoof Pierre Leroux (1797-1871) schreef later dat het waarschijnlijk een anonieme creatie was, die overgenomen werd door het volk.
Franse Revolutie
Na het uitbreken van de Franse Revolutie op 14 juli 1789 maakten de revolutionairen veelvuldig gebruik van politieke motto’s en leuzen om hun idealen te propaganderen. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, ging het hier echter niet alleen om de spreuk ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Andere spreuken, waaronder ‘Unie, kracht en deugd’ en ‘De natie, de wet en de koning’, waren eveneens populair onder de Franse bevolking.
Broederschap
Daarnaast lieten de revolutionairen die wel opriepen tot vrijheid en gelijkheid de broederschap vaak achterwege. Soms werd het vervangen door iets anders, zoals ‘Vrijheid, gelijkheid en veiligheid’, of soms riep men simpelweg alleen op tot vrijheid en gelijkheid. Vermoedelijk kwam dit omdat broederschap, in tegenstelling tot vrijheid en gelijkheid, geen recht maar een morele plicht was. Daarnaast stond de collectiviteit van de broederschap enigszins in contrast met de individualiteit van de vrijheid, het belangrijkste ideaal van de Franse Revolutie. De broederschap werd soms nog wel gebruikt in andere combinaties, zoals ‘Fraternité, ou la Mort!’ (Broederschap of de dood!).
Club des Cordeliers
Ook in de belangrijke documenten van de Franse Revolutie is de broederschap vrijwel nergens terug te vinden. De term ontbrak in de ‘Verklaring van de rechten van de mens en de burger’ (1789) en stond ook niet in de grondwet van de Eerste Franse Republiek (1793). Alleen het Parijse burgergezelschap ‘Club des Cordeliers’ gebruikte ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ als officiëel motto, maar rond 1794 waren vrijwel alle leden van deze radicale vereniging als gevolg van de Terreur gearresteerd en geëxecuteerd. Tegen de tijd dat Napoleon de macht greep in 1799 was de driespreuk volledig verdwenen uit het publieke leven.
Revolutie van 1848
In de decennia na de Franse Revolutie veranderde de heersende opinie over de leus ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Zo schreef de advocaat Jacques-Charles Dupont in 1834 dat de drie niet tegenstrijdig waren, maar dat “ieder mens streeft naar vrijheid en gelijkheid, maar dat hij dit niet kan bereiken zonder broederschap”. De filosoof Pierre Leroux hield er dezelfde mening op na, en concludeerde dat vrijheid het doel was, gelijkheid het principe en broederschap het middel. Mede door deze opvattingen groeide de leus tijdens de Franse revolutie van 1848 wel uit tot de lijfspreuk van de revolutionairen. De opstand mislukte echter, en pas met de oprichting van de Derde Franse Republiek in 1870 werd ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ het officiële motto van Frankrijk. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog veranderde het Vichy regime (1940-1944) de leus in ‘Werk, familie en vaderland’, maar na de bevrijding werd het oude motto weer in ere hersteld.
Sociaaldemocratie
- Details
- Categorie: Gebeurtenissen als voorbodes
- Hits: 2378
Sociaaldemocratie is een politieke stroming die een gereguleerde vorm van kapitalisme voorstaat, gecombineerd met een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid. Ze streeft naar een egalitaire samenleving en is sterk gericht op verbetering van de sociaaleconomische en maatschappelijke positie van de lage- en middenklasse.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog is de sociaaldemocratie een van de dominante politieke stromingen in Nederland en Europa. Ze stond bijvoorbeeld aan de basis van de opbouw van de verzorgingstaat. Hierbij werd er vaak samengewerkt met christendemocratische partijen.
Beginselen
De sociaaldemocratie heeft, net als het socialisme en het communisme, haar wortels in het gedachtegoed van Karl Marx en Friedrich Engels. Anders dan communisten of socialisten pleitten sociaaldemocraten echter niet voor revolutie. De overgang van kapitalisme naar socialisme zou langs democratische weg en door gebruik van bestaande politieke structuren tot stand moeten komen. Sociaaldemocratische partijen namen dan ook deel aan de verkiezingen en namen zitting in het parlement.
De speerpunten van de sociaaldemocraten waren bestrijding van ongelijkheid en verbetering van de sociaaleconomische positie van arbeiders, het zogenaamde 'verheffingsideaal'. Ze maakten zich dan ook sterk voor invoering van het Algemeen Kiesrecht en sociale wetgeving. Daarnaast richtten zij zich op controle van de economie door de staat door middel van regulering.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog richtten sociaaldemocratische partijen zich op het opzetten van een verzorgingsstaat gefinancierd uit (progressieve) belastingheffing. Door middel van herverdeling van welvaart wilden zij een meer egalitaire samenleving bewerkstelligen. Dit ging gepaard met een sterk geloof in de maakbare samenleving en qua economisch beleid het Keynesianisme, gestoeld op stimulatie van de economie door overheidsinvesteringen.
Historische ontwikkeling
In de laatste decennia van de negentiende eeuw ontstonden in heel Europa socialistische partijen. Vanuit een streven naar het versterken van de positie van arbeiders en het verbeteren van de leefomstandigheden van de lagere klassen. Binnen het socialisme vond een richtingenstrijd plaats. In West-Europa kregen parlementair en democratisch ingestelde sociaaldemocraten de overhand. Ondanks sterke uitbreiding van het kiesrecht werd de gewenste meerderheid echter niet behaald. Wel werd er een begin gemaakt met sociale wetgeving.
Na de Tweede Wereldoorlog maakte de sociaaldemocratie in veel Europese landen een bloeiperiode door. Zij stond aan de basis van de verzorgingsstaat. Ze presenteerde zich daarbij als 'Derde Weg' tussen het socialistische model van de Sovjet-Unie en het Westerse kapitalisme.
Na het einde van de Koude oorlog presenteerden sociaaldemocratie zich als tegenhanger van het opkomende neoliberalisme. Er werd met name op economisch gebied wel een liberalere koers ingezet. Zo werd de globalisering omarmd. In de jaren negentig leidde dit tot electoraal succes.
Bron PARLEMENT.com
Russische Revolutie
- Details
- Categorie: Gebeurtenissen als voorbodes
- Hits: 2622
‘De Russische Revolutie had niet alleen gevolgen in het Russische Rijk, repercussies in Europa en Azië, en invloed op communistische bewegingen in de hele wereld. Ze had ook een groot mentaal effect, in de dimensie van ideeën’, zegt Serhii Plokhy, in een telefonisch interview. Plokhy is een Oekraïense historicus aan Harvard University en auteur van tien boeken over de Sovjet-Unie. Zijn laatste, Lost Kingdom, verschijnt dit jaar in Nederlandse vertaling. ‘Elites overal zagen het acute gevaar van het negeren van volkswensen en volksemoties. Het begin van de verzorgingsstaat was een van de antwoorden op de uitdaging die het sovjetmodel bood.’
Wie de internationale invloed van de Russische Revolutie wil begrijpen, moet volgens Plokhy ook de energie kennen die de Sovjet-Unie in de jaren twintig en dertig gaandeweg begon uit te stralen. E.H. Carr schreef in de jaren dertig over ‘de vogue van Russische literatuur en marxisme’ die bij West-Europese intellectuelen om zich heen greep – een vogue die overigens nog decennia zou aanhouden, onder de soixant-huitards en andere linkse activisten.
‘Er was in de jaren twintig en dertig onmiskenbaar aantrekkingskracht van het socialistische ideaal’, zegt Serhii Plokhy. ‘De Comintern, de internationale revolutionaire beweging, trok gemotiveerde, gedreven, idealistische mensen uit de hele wereld naar Moskou. De kunst en de modernistische stijl van de revolutie inspireerden kunstenaars over de hele wereld. Sommige gevluchte Russische emigrés keerden terug om deel te zijn van het historische experiment dat zich in de Sovjet-Unie voltrok: om te proberen de wereld te veranderen en een nieuw soort samenleving op te bouwen.’
Maar dat enthousiasme ebt ook weer weg, evenredig aan de controle die Stalin oplegde, aan de Sovjet-Unie en aan Oost-Europa. ‘Na de toespraak van Chroesjtsjov in 1956, waarin hij Stalin hekelde, was het communistische ideaal al ernstig gewond’, zegt Plokhy. ‘Na het neerslaan van de revolutie in Praag, in 1968, was het dood. Er was vanaf de jaren zestig geen hoop meer voor het sovjetmodel als transformatieve macht in de wereld, als land dat de wereld kon vormen door de kracht van zijn idealen, door een betere, rechtvaardiger samenleving. In het eerste deel van mijn leven, in de Sovjet-Unie in de jaren zeventig en tachtig, kwam ik nergens opwinding over het communisme tegen. Het is een grote paradox: Rusland was nooit zo machtig als in de twintigste eeuw, en nooit zo vervreemd en geïsoleerd.’
Het ideaal van de revolutie mocht dan in de Sovjet-Unie al snel wegslijten, in de wereld zou het in de decennia na de Tweede Wereldoorlog hoogtij vieren. De ‘indammingsstrategie’ van de VS tegen de Sovjet-Unie mocht dan misschien hebben geholpen tegen een invasie van West-Europa, maar het voorkwam niet dat in tientallen landen marxistische regimes aan de macht kwamen – in Azië, Afrika, Latijns-Amerika – die banden aanknoopten met Moskou. In de jaren zeventig, toen het socialisme in de Sovjet-Unie al zwaar vermolmd was, vierden de socialisten overwinningen in Vietnam, Ethiopië, Nicaragua en tal van andere landen. In China, de grootste economie ter wereld en het belangrijkste land van de komende eeuw, wappert de rode vlag nog altijd – geen onbeduidend feit.
In Rusland wappert die vlag natuurlijk niet meer, sinds 1991. Toch ziet Sean McMeekin, een rechtse historicus van het Amerikaanse Bard College, in onze wereld op verschillende plekken de ‘nagloei’ van de revolutie. In zijn onlangs verschenen boek The Russian Revolution: A New History wil hij aantonen dat niet zozeer grote sociale misstanden de bosjewieken aan de macht brachten in Rusland, als wel de onfortuinlijke combinatie van oorlogsfrustraties, onverwacht mooi weer in februari 1917 (dat massa’s mensen op straat bracht) en vervolgens bijzonder kortzichtige Duitse steun aan Lenin en zijn extremisten.
‘In de jaren twintig en dertig had de Russische Revolutie natuurlijk een sterk internationaal effect, door de revolutionairen die zich erdoor gesterkt voelden en de steun van de Sovjet-Unie aan communisten wereldwijd’, zegt McMeekin in een telefonisch gesprek. ‘Er zijn ook verborgen, maar belangrijke invloeden. Zo loopt er een directe lijn van de Russische Revolutie naar de machtsovername van de nazi’s in Duitsland. Voor zijn methoden, doelen en tactiek keek Hitler naar de socialisten, die aanvankelijk veel sterker waren dan de nazi’s. Het is geen toeval dat de nazi’s hun eerste ervaringen met geweld en machtsgrepen opdeden in Beieren, waar de socialisten hadden geprobeerd de Volksstaat Beieren en de Beierse Sovjet-Republiek op te zetten.
Humanisme
- Details
- Categorie: Gebeurtenissen als voorbodes
- Hits: 2159
Het humanisme is een open levensbeschouwing die zich richt op reflectie en dialoog. Het is een kritische en vernieuwende beweging die er van uit gaat dat de mens een autonome en verantwoordelijke rol heeft in de vormgeving van zijn bestaan. Het moderne humanisme bouwt voort op een rijke traditie van denkbeelden en waarden. Het is een politiek en moreel streven naar een humanere samenleving. Humanisme staat voor waarden als vrijheid, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid en waardering voor de kracht van diversiteit. Het is ook een esthetisch streven: de kunst om de mooie, fijnzinnige en aantrekkelijke kanten van het mens zijn te ontwikkelen.
Miljoenen mensen in Nederland denken en leven volgens het humanistische gedachtegoed, maar noemen zich geen humanist. Sommigen noemen zich atheïst of agnost. Veel mensen geven zichzelf liever geen label of twijfelen.
Het Humanistisch Verbond is opgericht om niet-gelovigen óók een levensbeschouwelijk ‘onderdak’ te bieden. Het geeft houvast te weten dat heel veel mensen leven en denken zoals jij.
Waar staan humanisten voor?
Waarvoor staat het humanisme precies in de maatschappij? De volgende principes verdedigen wij altijd en overal: humaniteit, vrijheid voor het individu, gelijkheid, zorg voor de leefomgeving, een open debat, een neutrale staat en een humane samenleving.
Menselijke waardigheid
Humanisten streven naar menselijke waardigheid (humaniteit) voor ieder individu. Dat lukt het beste in een democratische rechtsstaat waarin we vrij en gelijk kunnen leven. In de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens zijn deze idealen vastgelegd. Dit is onze politieke en morele leidraad.
Individuele vrijheid
Wij vinden dat iedereen vrij is om zijn leven naar eigen keuze vorm te geven, zolang dit niet ten koste gaat van anderen. Dit betekent dat je vrij kunt denken en geloven, vrij kunt kiezen voor bijvoorbeeld euthanasie, abortus of een geslachtsverandering. Individuele vrijheid gaat bij ons altijd vóór de groep, cultuur of traditie.
Gelijkheid
Wij zijn allemaal mensen. We kunnen flink van mening verschillen, en hoeven het niet met elkaar eens te zijn. Maar voor humanisten is iedereen gelijk en we accepteren iedereen. Geen enkel kenmerk van etniciteit, sekse, leeftijd, seksuele voorkeur, cultuur of anderszins doet daar iets aan af.
Open debat en neutrale staat
De staat is van ons allemaal. Daarom moet de staat neutraal zijn. Zij mag geen levensbeschouwingen aanhangen, voortrekken of achterstellen. Moet daarom iedereen maar zijn mond houden? Nee, vanuit het humanisme pleiten we juist voor een open debat waar iedereen aan mee mag doen.
Humane samenleving
Met zijn allen vormen wij de samenleving. Humanisten streven naar een samenleving waarin iedereen een kans heeft op een goed leven met betekenisvol werk, economische welvaart, goed onderwijs, aandachtige zorg, een rijk cultureel leven en een schone en diverse leefomgeving.
Onze leefomgeving
Humanisme gaat over mensen maar heeft ook aandacht voor de natuur en dieren. De mens is onderdeel van de natuur en kan niet leven zonder de aarde. Humanisme is dus ook ecologisch humanisme.
Bron humanistischverbond